Wat als er een tekort is?

Het kan gebeuren dat het Heineken Pensioenfonds ondanks alle voorzorgen toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren.

De pensioenuitvoerder heeft de taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is: de premie verhogen (indien mogelijk) of geen toeslag te verlenen. Het bestuur kan ook kiezen voor een combinatie van maatregelen of nog andere keuzes maken. In het uiterste geval kan het Heineken Pensioenfonds besluiten de pensioen te verlagen.
In de afgelopen jaren heeft het Heineken Pensioenfonds de pensioenen niet verlaagd.

Het pensioenfonds zal de pensioenen moeten verlagen als één van de volgende situaties zich voordoet:


Korting beleidsdekkingsgraad onder minimaal vereist eigen vermogen

Bij een dekkingstekort, waarbij de beleidsdekkingsgraad zich 5 jaar onder het minimaal vereist eigen vermogen bevindt (ca. 104%) zal het pensioenfonds in principe de pensioenaanspraken en –rechten direct korten tot een maximum van 5%. Wanneer de noodzakelijke korting hoger is dan 5% zal het meerdere in het jaar/de jaren daarna met een percentage van maximaal 5% per jaar worden doorgevoerd. Wanneer de noodzakelijke korting hoger is dan 25% zal de korting verspreid worden over een periode van 5 jaar en kan het kortingspercentage meer dan 5% bedragen.

 

Korting beleidsdekkingsgraad onder vereist eigen vermogen
Bij een tekort, waarbij de beleidsdekkingsgraad onder het vereist eigen vermogen (ca. 124%) ligt, wordt een herstelperiode van 10 jaar gehanteerd om eventuele noodzakelijke kortingen uit te smeren over die maximale herstelperiode van 10 jaar. Wanneer het vereist eigen vermogen niet meer binnen 10 jaar gehaald kan worden, zal het pensioenfonds de pensioenen moeten korten. Deze kortingen zullen over 10 jaar worden gespreid.